Rustdag

gardner

Het voorspelde slechte weer van eergisteren heeft me afgelopen nacht toch weten te vinden, op een camping vlakbij Topeka, Kansas, waar ik gisteren neergestreken ben. Onweer op de prairie is berucht, dus extra scheerlijnen en haringen lagen al klaar in de tent. Het bleek gelukkig een bescheiden exemplaar van welgeteld één flits en één knal, en daarna voornamelijk regen. Het was eigenlijk wel gezellig in mijn mobiele huisje. Knus en warm opgerold lag ik in de slaapzak te lezen terwijl de regen op het tentdoek ratelde. En nu, in het ochtendzonnetje, ziet de wereld er weer nieuw en verfrist uit.

In 1849 schrijft Edwin Bryant, een emigrant op weg naar Californië over het eerste stuk van de reis: ‘As we approached what is called the…prairie, the road became much drier en less difficult. The vast pairie itself soon opened before us in all its grandeur and beauty. I had never before beheld extensive scenery of this kind’
Toen ik gisteren vanuit Independence naar het westen reed, Kansas City door, zag ik weinig terug van die ‘grandeur’. Het enige dat herinnerde aan de dagen van de trail, waren de wijken ‘Overland Park’, waar emigranten kampeerden met duizenden tegelijk tot het gezelschap waarmee ze reisden kompleet was, het gras op de prairie hoog genoeg was voor de dieren, en ze zelf voldoende voorbereid waren voor de reis, en ‘Shawnee’, een verwijzing naar de Shawnee Mission, die vlak buiten Independence midden in het uitgestrekte grasland lag. Voor mij helaas geen prachtige, uitgestrekte prairie, maar lange, rechte wegen van beton, geflankeerd door een onafgebroken rij malls, fastfoodketens, autodealers, parkeerterreinen, bandenshops en tankstations.
Ik probeerde ‘Lone Elm campground’ te vinden, zo’n 40 kilometer buiten Independence. De plek is vernoemd naar de enorme iep die hier ooit stond, met een stam van een kleine meter in doorsnee, een belangrijk herkenningspunt in het verder lege landschap. Het was de eerste overnachtingsplek van de emigranten, die inmiddels de Verenigde Staten verlaten hadden.
Het enige dat ik er gisteren van terug zag was een stukje onbebouwd land. Het zou de plek kunnen zijn geweest, maar het was privéland, en ik had eigenlijk ook geen zin om hier lang te blijven. Ik wilde verder, zo snel mogelijk de drukte en het asfalt achter me laten.

In het kleine stadje Gardner, een paar mijl verderop, splitste de trail. Hier boog de Santa Fé trail af naar het zuiden, en hier ontstond feitelijk de Oregon Trail, die koers hield naar het westen.
De omgeving zag er gelukkig al veel vriendelijker uit. Niet de open, uitgestrekte prairie van vroeger dagen natuurlijk, die tijd is geweest, maar wel een met bomen begroeid groen en vriendelijk heuvellandschap met hier en daar een boerderij, en af en toe een beekje.

In Gardner werd een expo gehouden over de Civil War, de Amerikaanse burgeroorlog. Meer dan 150 jaar geleden inmiddels, maar het leeft hier nog steeds. Alle tentoongestelde spullen in het kleine museum zijn eigendom van lokale mensen; van de prachtige jurken, de antieke geweren, de foto’s, het handwerk, tot het laatste kleine loden geweerskogeltje, dat iemand ooit in zijn achtertuin heeft opgegraven, aan toe. Op het kleine grasveldje naast het museum waren demonstraties van handwerkzaamheden zoals het maken van deurmatjes uit oude en versleten kleding met behulp van een wagenwiel, het schieten met een antiek geweer, en zelfs het afvuren een kanon. Iedereen liep rond in kleding uit eind negentiende eeuw, en zowel generaal Ulysses S. Grant als de zuidelijke general Robert E. Lee waren aanwezig. Zowaar Abraham Lincoln zag ik rondlopen, en hij was niet te beroerd om achter mijn Yamaha pakezeltje te poseren voor een foto.

Vandaag heb ik uitgeroepen tot een rustdag. Tijd voor wat reflectie, wat klusjes doen en een planning maken voor de komende dagen. Ik heb een mooie camping gevonden, waar ik alleen af en toe een toeterende trein langs hoor komen. Een hele vooruitgang ten opzichte van de vorige drie campings, waar het een combinatie was van snelwegkabaal en denderende treinen, of snelwegkabaal en overvliegende straaljagers.
Straks eens even wat stenen op de rails leggen, dan slaap ik vanavond als een roosje.