De afgelopen dagen heb ik zoveel mogelijk de rivier de Snake gevolgd. Deze indrukwekkende rivier stroomt nu kalm door Idaho en Oregon, maar in de tijd van de emigranten vormde het een enorme barriere. De rivier is inmiddels op verschillende plekken ingedamd, halverwege de negentiende eeuw was het nog een ruig en ongetemd water. Maar liefst twee keer moesten de overlanders hun hele hebben en houden aan de overkant zien te krijgen; één keer bij Glenn’s Ferry, en één keer bij het oude Fort Boise, in de huidige staat Idaho. Sommigen zagen hier zo tegen op dat ze ervoor kozen om de Snake te blijven volgen aan de zuidzijde, maar dat was vele mijlen om.
Toch was ook het volgen van de rivier geen garantie op drinkwater. Op veel plekken lag het water veel dieper dan het plateau waar de reizigers over heen trokken. Daardoor was het moeilijk, soms zelfs onmogelijk, voor de emigranten om het water te bereiken. Terwijl ze over de hete, droge vlakte liepen, waar amper genoeg gras voor de trekdieren groeide, hoorde ze ver beneden de rivier razen, onbereikbaar voor mens en dier.
De naam van deze rivier is afgeleid van de indianen in deze streek; de Shoshone, door de emigranten ‘Snake’ genoemd, waarschijnlijk omdat ze in hun gebarentaal slangachtige bewegingen met hun handen maakten. De Shoshone, en ook hun bevriende stam de Bannock, waren goede vissers, en daar werd dankbaar gebruik van gemaakt door de overlanders, die hun dagelijkse dieet van spek en bonen na maanden graag afwisselden met verse zalm.
Hoewel de eerste ontmoetingen met de Shoshone en de Bannock vriendelijk waren, zouden er al snel spanningen ontstaan tussen de blanken en de oorspronkelijke bewoners van deze streek. In de ogen van de emigranten waren deze indianen minderwaardig, zeker als ze te arm waren om paarden te bezitten, en ze werden vaak respectloos behandeld. Het waren echter zeer goede veedieven, en niet zelden telde een emigrant ‘s ochtends een paar paarden minder dan voordat hij naar bed ging.
Deze foto is gemaakt bij Shoshone Falls, of Twin Falls. De emigranten kwamen hier zelden, omdat de trail er niet direct langs liep. Toch wordt deze ‘Niagara van het westen’ veel genoemd in dagboeken; het geraas van de waterval, op wel 10 kilometer afstand van de trail, was duidelijk te horen. Er waren maar weinig emigranten die ook daadwerkelijk een kijkje gingen nemen, want door de verslechterde verhoudingen met de indianen was hier van de trail afgaan inmiddels ronduit gevaarlijk.