Terugblik

terugblik

Het is alweer twee weken geleden dat ik, na het het bereiken van het eindpunt van de reis in Portland, op de motor terug naar Boulder reed. Na 1900 kilometer in drie lange, hete dagen rijden ben ik weer thuis bij Anne, en heb ik alles wat ik de afgelopen maand heb meegemaakt een beetje kunnen laten bezinken.
Als ik de reis heel kort zou moeten samenvatten, zou ik grijpen naar woorden als ‘fantastisch’, en ‘zeer de moeite waard’, en daar zou niets van gelogen zijn. Maar de reis had meer lagen, en ik zou de ervaring te kort doen als ik het bij een paar woorden zou laten.

Het is vreselijk moeilijk om onbevooroordeeld op reis te gaan. Er ontstaan ongewild ideeën over wat je onderweg zal beleven en aantreffen, en hoewel ik mijn best heb gedaan deze ideeën zo veel mogelijk te onderdrukken, kwamen ze toch vaak onaangekondigd mijn gedachten binnen. Soms zag ik mezelf tevergeefs een band proberen te wisselen in de woestijn, of liften om bij de dichtsbijzijnde, honderd kilometer ver verwijderde motorzaak te komen. Waarna ik dan vervolgens een week in een afgetrapt maar veel te duur motel vol kakkerlakken zou moeten wachten op een nieuw motoronderdeel. Ik zag mezelf zonder benzine gestrand in de meest desolate omgeving, waar ik me moest verdedigen tegen ratelslangen en ander kruipend gespuis. En in mijn zwartste fantasiën was ik bang van motor en alles beroofd te worden, en te eindigen in een dorp vol rednecks, zonder geld, telefoon, of vervoermiddel.
Het bleek dat deze gedachten vooral gevoed werden door angst voor het onbekende, en het strookte op geen enkel moment met hoe het in werkelijkheid eraan toeging. Benzine was overal goed verkrijgbaar, de mensen waren uitermate vriendelijk en behulpzaam, en met de motor heb ik geen enkel probleem gehad.

Gaandeweg ontstond tijdens de reis het besef dat alle problemen uiteindelijk wel op te lossen zijn. Dat was een prettig gevoel, het gaf een zekere rust en maakte dat ik meer kon genieten van wat ik om me heen zag, in plaats van zorgen te maken over wat er misschien mis zou kunnen gaan.

Deze reis was ontstaan uit een behoefte om op zoek te gaan naar de geschiedenis van honderdduizenden emigranten die halverwege de 19e eeuw dwars door Amerika trokken. Ook daar had ik natuurlijk vooropgezette ideeën over. Ik zag voor me hoe ik gaandeweg helder en tot in detail zou beleven wat deze mensen gezien en ervaren hebben, simpelweg door het rijden van de route van deze enorme trek naar het westen.
Helaas zijn veel van de sporen die onderweg hoopte te zien in de loop der tijd verloren gegaan. Het land waardoor ik reisde is een modern land, weliswaar trots en zuinig op zijn erfenis, maar ook continue in beweging en ontwikkeling en dat had overduidelijk zijn weerslag op wat ik van de Oregon Trail gezien en ervaren heb; bomen die geplant zijn, prairie die bewerkt is voor landbouw, wegen die aangelegd zijn, en fabrieken en huizen die gebouwd zijn. Een van de meest typische voorbeelden van deze ‘verloedering’ van de trail was het graf van een emigrant, ooit gelegen op de verlaten prairie, nu tussen het kaalgevreten gras met een paar distels, onbereikbaar door het prikkeldraad van een ranch, en met uitzicht op een hypermoderne electriciteitscentrale. Het land is niet stil blijven staan de afgelopen 150 jaar, en dat kwam in veel gevallen de beleving van de geschiedenis niet ten goede.

Hoewel het landschap in sommige opzichten sterk veranderd is door menselijk ingrijpen, is het klimaat dat niet. Nog steeds kan het het gruwelijk heet zijn in de Nebraska en Wyoming, Idaho en het oosten van Oregon, en hoewel de wegen aanzienlijk verbeterd zijn, is het er nog steeds heel erg stoffig, waait de wind nog even hard, en moet de tijd nog komen dat een flinke storm zich door mensen laat verjagen. Dat heeft me een goed gevoel gegeven voor wat de emigranten indertijd doorgemaakt hebben.

De afstanden zijn uiteraard ook niet veranderd, en verscheidene keren heb ik me, terwijl ik met een vaartje van zo’n 80 kilometer per uur over een goed geasfalteerde weg door de uitgestrekte droogte reed, gerealiseerd dat de afstand die ik in een uur aflegde, de emigranten gemiddeld zo’n drie dagen kostte. En na een paar uur reizen in de junihitte, wachtte mij een koele winkel naast een tankstation waar ik alles kon kopen wat ik die dag nodig had, een luxe die voor de mensen indertijd absoluut ongekend was.

Van het landschap had ik meer afwisseling verwacht, meer spectaculaire vergezichten waarschijnlijk. Maar hoe had ik gedacht indrukwekkende bergpassen te zien, met mooie kronkelweggetjes die een motorrijder doen watertanden, op een route waar steeds de meest vlakke en toegankelijke weg gekozen werd? Voor de reizigers was het al zwaar genoeg. Deze mensen waren niet op zoek naar een spectaculair toeristen-landschap, ze wilden op een dag zoveel mogelijk afstand afleggen. Een misrekening van mijn kant, wat niet wegneemt dat ik ook meer dan genoeg mooie dingen gezien heb onderweg.

Dan was er natuurlijk nog de met angst en beven geanticipeerde offroad-uitdagingen. Toen ik op de kaart en op Google maps de route aan het uitzetten was, was het moeilijk te weten wat me te wachten stond. Van boven kun je niet zien wat de staat van een weg is, en op een kaart is het onmogelijk te zien hoeveel regen er de afgelopen dagen gevallen is. Soms werd er in de gidsen die ik las duidelijk gewaarschuwd voor ontoegankelijke wegen, of werd er aangeraden in een bepaald jaargetijde ergens weg te blijven. Maar over het algemeen moest ik het zelf maar ondervinden en eerlijk gezegd is het me heel erg meegevallen. De offroad wegen in de VS zijn doorgaans allemaal goed begaanbare gravelwegen, de ene wat beter dan ander, maar met wat oefening allemaal prima te berijden. Ik kwam op prachtige plekken, en ik heb de beste herinneringen aan het ruige, vrijwel onbewoonde land dat ik dan om me heen zag.
Slechts éénmaal heb ik mezelf serieus in de nesten gewerkt toen een pad, dat op de kaart uitzag als een duidelijke weg, langzaam veranderde in een koeienpaadje, en vervolgens in een mul zandpad.
Verder was de oude Barlow Road in Oregon in een staat niet veel beter dan waar de emigranten ‘m hadden achtergelaten, en vormde voor mij af en toe een serieuze uitdaging. Het grootste deel van de deze weg heb ik zonder veel problemen kunnen rijden, maar het laatste stuk door de bossen van Mount Hood echter werd te technisch voor mij en heb ik uit veiligheidsoverwegingen (alleen, geen mens in de buurt, te zware motor, te veel gehecht aan waardevolle spullen als computer en camera), besloten over te slaan. Een moeilijke beslissing, en het voelde een beetje als een nederlaag, maar waarschijnlijk was het de enige juiste (zo houd ik me dan maar voor).

Over de mensen, die een land uiteindelijk maken en bepalen, niets dan goed. Ontelbare personen die vroegen waar ik vandaan kwam, waar ik heen ging, die oprechte interesse toonden. Ze waren onder de indruk van mijn voornemen, mijn reis. Ze hielpen me als ik iets nodig had, en deden alle moeite om me goed advies te geven en wensten me tenslotte oprecht een goede en veilige reis toe. Niemand die me voor gek verklaarde, en hoewel sommigen openlijk toegaven dat ze het zelf niet zouden durven, was er vooral begrip, met af en toe een confessie dat ze het zelf ook altijd al zo’n reis hadden willen maken. Ik moedigde ze altijd aan om te gaan.
Naar mijn idee is er in de geest van de Amerikanen in het westen heel wat van de vastberadenheid van de emigranten blijven hangen, en is er de afgelopen 150 jaar in die zin weinig veranderd; heel veel mensen reizen nog steeds het hele land door, op weg naar een plek die beter, mooier of veiliger is, of dat nu voor werk of voor plezier is. Van de mensen die ik gesproken heb, waren er slechts één of twee die nog in het zelfde stadje woonden als waarin ze geboren waren, maar zij waren beslist de uitzondering op de regel. Het reizen zit de Amerikanen duidelijk in het bloed, en in veel opzichten is het denk ik nog steeds een nomadisch volk.

Al de elementen die ik hier noem hebben de reis gemaakt voor wat hij was; de geschiedenis opsporen en ondervinden, de mensen ontmoeten, de uitdagingen en teleurstellingen aangaan en overkomen, en vooral; het genieten van de prachtige dingen die je onderweg tegenkomt, verwacht of onverwacht.

Ik heb mezelf een uitdaging gesteld, en ik ben geslaagd in wat ik wilde bereiken, Dat geeft een gevoel van voldoening en ook wel een beetje trots, en maakt dat ik me sterker voel in wie ik ben en in wat ik mezelf als volgende doel stel.

En een maand verstoken van luxe en gezelschap maakt je vooral bewust van de dingen die je hebt en die van onschatbare waarde zijn; vrienden die je steunen in wat je doet, een goede gezondheid, maar vooral; een thuis om weer naar terug te komen.