Overpeinzingen onderweg

overpeinzingen

De lange, rechte wegen van Nebraska hebben me gisteren genoeg gelegenheid gegeven om over van alles en nog wat na te denken. Ook over deze reis.
Ik wilde de Oregon Trail herbeleven; de route rijden waar mensen meer dan 150 jaar geleden voor het eerst langs reisden. Ik wilde het land zien zoals de emigranten dat zagen, op weg naar hun nieuwe toekomst.
Nu, een paar dagen op weg, merk ik dat de reis vooral interessant is door de mensen die ik onderweg ontmoet. Abraham Lincoln naast de motor, de mensen van Gardner die een Civil War expo organiseren, toevallige ontmoetingen op de camping. Of zoals gisterochtend, iemand die speciaal voor mij een nieuwe zaag gaat kopen voor zijn draadloze zaagmachine, alleen omdat ik een stukje staal doorgezaagd wil hebben. Of de man die ik onderweg aanspreek omdat er een bordje in zijn tuin staat met het woordje ‘Fries’, en wiens voorouders uit Friesland blijken te komen. Of James, die ik in Odessa ontmoet, en die bezig is een enorm betonnen replica van twee ossen met een gigantische huifkar erachter te restaureren. Al deze mensen maken de reis levend en waardevol. Niet de zoveelste grafsteen, historisch monument of nagebouwd militair fort.

Voor deze reis had ik gepland om 150 kilometer per dag te rijden, maar dat blijkt nu eigenlijk niet haalbaar. De laatste dagen reed ik best veel off road, maar juist op deze wegen, waar mijn gemiddelde snelheid toch al laag is, stop ik veel om foto’s en filmpjes te maken. De dag is om voordat ik er goed en wel erg in heb. En dan moet ik nog een camping zien te vinden, foto’s en filmpjes uitzoeken, en een blog schrijven.
Er moet dus ergens tijd bespaard worden. Maar doe ik dat door een snellere route te nemen? Of moet ik niet zoveel foto’s maken en minder stoppen onderweg om dingen te bekijken? Of beter maar niet meer met mensen te spreken? Een moeilijke keuze. En elke optie die ik overweeg voelt alsof ik vals speel, en dat ik de beloften en voornemens die ik voor de reis had niet waar maak.

Ik ga maar weer op weg, en hopelijk zal zich de komende dagen dan vanzelf een soort evenwicht ontwikkelen tussen geschiedenis, landschap en mensen. We zullen zien.